De Juraflora van de kust van Noord-Yorkshire
Klik op de foto's om ze te vergroten Een beetje geologie Als je de kust van Noord-Yorkshire via het indrukwekkende klifpad zou volgen van Middlesborough via Whitby naar Bridlington, dan zie je dat de lagen steeds jonger worden, een paar lokale uitzonderingen daargelaten. Globaal doorlopen de lagen dan de tijdschaal vanaf het Onder-Jura tot en met het Boven-Krijt. In verreweg de meeste gevallen gaat het om zee-afzettingen, maar er zijn ook een paar landafzettingen, of liever delta-afzettingen.En daarin zitten de plantenfossielen. Deze lagen dateren uit het Midden-Jura en ze zijn gevormd door rivieren die in oostelijke richting stroomden. Deze voerden zoveel slib en zand aan dat er zich delta's vormden. Hierin raakten van tijd tot tijd kreken verstopt waarbij veel plantenresten ingebed werden. Doordat het hele gebied langzaam daalde, kon dit proces lange tijd doorgaan, maar van tijd tot tijd overstroomde de delta en werd deze afgedekt met een laag zand. Zo kon het gebeuren dat sommige verstopte rivierbeddingen in hun geheel versteenden, inclusief de plantenresten. In de opengebleven rivierarmen en in het uitmondingsgebied in zee werden ook wel plantenresten afgezet, maar deze waren zozeer beschadigd, dat alleen ´haksel´ is overgebleven.
De drie afzettingen met plantenfossielen zijn (van oud naar jong): de
Saltwick Formation, de Gristhorpe Member en de Scalby Formation. De Gristhorpe
Member is een onderdeel van de Cloughton Formation. Zie het schema. Deze
lagen werden afgewisseld door marine afzettingen. En het zijn juist fossielen
uit deze zee-afzettingen die men gebruikt heeft om dateringen uit te voeren.
De delta-afzettingen geven daartoe niet voldoende houvast.
VindplaatsenWij (mijn vrouw en ik) hebben voornamelijk verzameld op vier plaatsen: Whitby (met het Whitby Plant Bed), Hayburn Wyke (ook met het Whitby Plant Bed maar met een andere inhoud en ouderdom), Scalby (Scalby Plant Bed) en Cayton Bay (Gristhorpe Plant Bed). Ook op tussenliggende plekken, b.v. bij Burniston, hebben we in de stenen op het strand leuke vondsten gedaan, maar op de vier eerstgenoemde plaatsen zitten de fossielen in de laag, terwijl het elders om gerolde stenen gaat.
Voor de precieze ligging van de vindplaatsen verwijs ik weer naar Buntsma
(1985) en Van Konijnburg-van Cittert & Morgans (1999) waarin nauwkeurig
is uitgelegd hoe de plekken te bereiken zijn. In het laatstgenoemde boekje
staat nog een andere vindplaats beschreven, nl. Hasty Bank, in het binnenland.
Voor het betreden hiervan is echter toestemming van de Head Forester vereist.
Wij hebben deze plek niet bezocht.
Het gesteente waarin de fossielen zitten is vaak harde
klei, soms zandsteen en bij uitzondering ijzersteen. Het is noodzakelijk
(behalve bij Hasty Bank, dat landinwaarts ligt) bij laagwater te zoeken.
De eerste handeling is dan ook het kopen van een getijdentabel. Vijf waarschuwingen:
1. Let op het getij. Je kunt verrast en ingesloten worden door het opkomende
water. CuticulaVan de fossiele zaadplanten van Yorkshire is de cuticula bewaard gebleven. Dat is bijzonder want op veel vindplaatsen is dat niet het geval. Dit wasachtige beschermingslaagje bevat een afdruk van de celstructuur van de opperhuid en is daardoor voor wetenschappers van groot belang.
De zwarte laag, die op de fossielen zit, bestaat uit kool en wordt omhuld
door de cuticula. Met een speciale behandeling met o.m. kaliumchloraat en
salpeterzuur, maceratie genaamd, kan de kool opgelost worden en blijft alleen
de doorzichtige cuticula over. Daarvan kan een preparaat gemaakt worden dat
onder de lichtmicroscoop bestudeerd kan worden. Aan de hand van de
cuticulapreparaten kan vaak met zekerheid worden vastgesteld om welke soort
het gaat. Sommige planten lijken sprekend op elkaar, terwijl de cuticula's
heel verschillend kunnen zijn. Links de cuticula van de cycas-achtige
Nilssonia compta. De flora
In het indrukwekkende standaardwerk van Harris wordt de flora van
Noord-Yorkshire in vijf delen uitgebreid behandeld waarbij zo mogelijk ook
de cuticulastructuren afgebeeld worden. De delen kwamen achtereenvolgens
uit in 1961, 1964, 1969, 1974 en 1979.
Zoals bekend waren de moderne bloemplanten nog niet ontwikkeld: die
grepen pas in het Vroeg-Krijt naar de macht. Tijdens de Jura regeerden de
naaktzadigen, maar ook de varens waren volop aanwezig. De volgende groepen
kunnen worden onderscheiden: Tenslotte
De
kuststrook van Noord-Yorkshire is een van de belangrijkste vindplaatsen van
Jura-planten. Het standaardwerk van Harris toont dat overtuigend aan. Het
is toch wel heel bijzonder dat van planten die 150 miljoen jaar geleden in
de delta groeiden, nu nog de celstructuren tot in detail bestudeerd kunnen
worden. Maar er is wel veel inspanning voor nodig om de fossielen aan de
steen te onttrekken en er is wat geluk nodig om redelijk complete exemplaren
te vinden. Bij Burniston worden grote voetafdrukken van dinosauriërs gevonden. Er worden excursies georganiseerd naar de (beschermde) plek waar ze te vinden zijn. Vraag ernaar bij de Tourist Information. Wij vonden één klein pootje en waren daar kinderlijk blij mee.
|