Zaadvarens
Klik op de foto's voor meer informatie.
De zaadvarens hebben het na de grote uitsterving aan het einde van het
Perm nog lang volgehouden, zij het in bescheiden aantallen. In het Krijt
zijn de laatste uitgestorven. Zaadvarens worden onder meer gekarakteriseerd
door een vaak dikke cuticula, waardoor de fossielen bedekt zijn met een relatief
dikke laag kool.
Er zijn diverse soorten zaadvarens ontdekt in het Yorkshire-gebied.
Daarvan zijn de Caytoniales (genoemd naar Cayton Bay) het beroemdst geworden.
Dat komt doordat men een tijdlang gedacht heeft dat het om vroege bloemplanten
(angiospermen) ging. De netvormige adering van de bladeren vormde daarvoor
een aanwijzing. Intussen is gebleken dat dit niet het geval was.
De bladeren van de
planten uit deze groep worden tot het genus Sagenopteris gerekend.
Het blad is samengesteld uit (meestal) vier deelblaadjes die aan de top van
een steeltje zitten. Een samengesteld blad vind je maar zelden, maar de
deelblaadjes komen vrij veel voor. De langwerpige vorm en de netvormige nervatuur
maakt dat ze gemakkelijk te determineren zijn. In Cayton Bay is de soort
Sagenopteris philipsii het meest algemeen.
We vonden nog een een afwijkend blad waarbij op een steeltje niet vier
aparte blaadjes zitten, maar één rond blad.
Er komt ook
nog de soort Sagenopteris colpodes voor met kleine blaadjes, maar
die is zeldzamer. Op Hasty Bank daarentegen komt de laatste soort weer veel
voor, zij het in een vorm met grotere blaadjes.
Van deze planten zijn ook de mannelijke en vrouwelijke fructificaties
gevonden, maar wij hebben niet het genoegen mogen smaken. De 'vruchtjes'
zijn rond en ongeveer 4 mm in doorsnede. Ze zijn gevuld met een aantal zaadjes,
die ongeveer 1 mm groot zijn.
Een zeldzame vondst was een vrij complete plant van de soort
Rhaphidopteris williamsonii, die tot voor kort Stenopteris williamsonii
heette. Deze plant heeft blaadjes die in lijnvormige delen verdeeld zijn.
Meestal worden alleen de losse blaadjes gevonden. Klik op de foto
rechts.
Top |