De Onder-Lias-flora van BayreuthIn de omgeving van Bayreuth (Franken, Duitsland) zijn de lagen uit de onderste Lias goed ontsloten. Tot voor kort werden deze afzettingen de Rhät-Lias-lagen genoemd, waarbij de Rhät de bovenste etage van de Trias is en de Lias de onderste etage van de Jura. Nu is echter aangetoond dat de Rhät in de buurt van Bayreuth niet voorkomt en dat de afzettingen uit de Onder-Lias zijn. De lagen worden ook wel de Plantenzandsteen genoemd. De leeftijd van de lagen is ruwweg 200 miljoen jaar.
Op het kaartje is met stippen een aantal vindplaatsen aangegeven, die
in de loop der tijden fossielen hebben opgeleverd. Er wordt al heel lang
verzameld in dit gebied, voornamelijk in zandgroeves. De plekken zijn echter
lang niet allemaal meer productief en bovendien wisselt de situatie geregeld.
De zandgroeves moeten volgens de Duitse wet dichtgegooid worden als ze niet
meer afgebouwd worden. De gestippelde gebieden op het kaartje geven het
Onder-Lias aan.
Beschrijving van de flora |
Paardenstaarten Neocalamites lehmannianus Schizoneura carcinoides Equisetites muensteri |
Cycasachtigen Nilssonia acuminata Nilssonia polymorpha Pseudoctenis prossii |
Varens Marattiopsis intermedia (Marattiaceae) Todites princeps (Osmundaceae) Phialopteris tenera (Schizaeaceae) Selenocarpus muensterianus (Matoniaceae) Phlebopteris angustiloba (Matoniaceae) Phlebopteris muensteri (Matoniaceae) Thaumatopteris brauniana (Dipteridaceae) Dictyophyllum nilsonii (Dipteridaceae) Spiropteris |
Ginkgoachtigen Ginkgoites (Baiera) taeniata Sphenobaiera spectabilis Schmeissneria microstachys Stachyopitys preslii |
Bennettitales Otozamites brevifolius |
|
Coniferen Podozamites distans Swedenborgia benkertii Hirmeriella muensteri Palyssia sphenolepis Schizolepis liasokeuperianus |
|
Zaadvarens Sagenopteris nilssoniana Pachypteris rhomboidalis Pachypteris saligna Ctenozamites wolfiana |
Gnetales Desmiophyllum gothanii Piroconites kuespertii Bernettia inopinata Chlamydolepis lautneri |
Tot besluit
Al behoort de Onder-Lias-flora van Bayreuth niet tot de meest oogstrelende
(uitzonderingen daargelaten), toch geeft zij een goed beeld van de toestand
in een plantenwereld van zon 200 miljoen jaar geleden. De varens, cycassen,
Bennettitales, ginkgos, Gnetales en coniferen voeren de boventoon.
En er zijn ook nog de meer antieke planten als de paardenstaarten en de
zaadvarens.
Wie de prachtige uitzonderingen (de museumstukken dus) van deze flora wil zien, moet naar de bovenste etage van het Museum in Bayreuth gaan. Daar is de verzameling van de overleden amateur-specialist Sept Hauptmann en zijn nog springlevende vrouw Traute tentoongesteld. Werkelijk een hommage aan deze twee succesvolle rasverzamelaars.
Dank aan Prof. Han van Konijnenburg-van Cittert van Naturalis (RU Leiden), Jürgen Meyer uit Zwickau (Dld), Erwin en Xander Kaspers, Bert van Zuylen, Jaap Luteyn en diverse leden van de Werkgroep Fossielen Wageningen.