Terug

Zaadvarens van Bayreuth

Bij de grote uitsterving aan het einde van het Perm zijn ook de zaadvarens sterk getroffen, maar ze zijn niet uitgestorven. Tot en met de Jura hebben er zaadvarens bestaan, zij het in bescheiden aantallen. Ook in de flora van Bayreuth kwamen ze voor.
Pachypteris rhomboidalisPachypteris rhomboidalis
heette vroeger Thinnfeldia rhomboidalis, maar de soort is overgebracht naar het genus Pachypteris en het genus Thinnfeldia bestaat niet meer. In de literatuur wordt de oude naam nog vrij vaak gebruikt.
De bladeren van deze plant zijn meestal eenmaal geveerd, soms tweemaal. De pinnulen zijn enigszins ruitvormig, maar zeer variabel. Soms zijn ze ingesneden. De as van het blad is stevig en heeft stippels of dwarse rimpels.De middennerf van een pinnule is aan de top gesplitst in een aantal gelijkwaardige nerven.
 Pachypteris salignaPachypteris saligna
hoorde vroeger ook tot het genus Thinnfeldia. Deze plant heeft ongedeelde , slanke, soms zwak getande bladeren.
 
SagenopterisSagenopteris nilssoniana
is een zeer opvallende plant met bladeren als een klavertje vier, maar dan veel groter: een steel met vier deelblaadjes. Deze hebben een netvormige nervatuur waarbij de mazen tussen de nerven heel lang en smal zijn. Daardoor zijn deze bladeren gemakkelijk herkenbaar.
Meestal vind je losse deelblaadjes maar min of meer complete bladeren komen toch ook voor.

Ctenozamites wolfiana
(niet afgebeeld) is een zeldzame zaadvaren waarvan slechts kleine fragmenten zijn gevonden. Hij heeft kleine blaadjes met een afgeronde top.

Top