De evolutie van de planten
Een beknopt overzicht van de ontwikkeling van de flora
|
De oudste met het blote oog zichtbare fossielen van landplanten
dateren van 425 miljoen jaar terug. Het zijn onooglijk kleine plantjes uit
het Midden-Siluur van Ierland,
Cooksonia geheten. Cooksonia-plantjes hadden vorkvormig
vertakte stengeltjes met knopjes aan de uiteinden. In die knopjes zaten de
sporen en daarom heten ze sporenkapsels ofwel sporangia. Zo'n 20 tot 30 miljoen
jaar lang waren dit de meest voorkomende planten. Aan het eind van het
Vroeg-Devoon zijn ze uitgestorven. Op de foto mijn mooiste exemplaar van
Cooksonia. Het komt uit Zuid-Wales en is 3,5 cm hoog. Klik
hier voor meer informatie over
Cooksonia.
Kort geleden zijn er microscopisch kleine vondsten gedaan in Oman die
er op wijzen dat de landplanten al 475 miljoen jaar geleden bestonden.De
oudste landplanten stamden naar alle waarschijnlijkheid af van groene algen
die in zee leefden. |
|
|
In het Vroeg-Devoon, vanaf ongeveer 410
miljoen jaar geleden, werd de flora vormenrijker. Nieuwe groepen planten
ontstonden, maar de planten waren nog klein (niet hoger dan 50 cm). Bloemen
ontstonden pas veel later. Blaadjes waren er ook nog niet, uitgezonderd
schubvormige blaadjes zoals de wolfsklauwen die hebben (zie foto rechts).
Wel hadden diverse planten stekels (zie foto links). Die waren
niet ter verdediging want het dierlijk leven op het land was nog minimaal
en bovendien waren de landdiertjes nog erg klein (miljoenpoten, springstaartjes,
spinachtigen, minikreeftjes, etc.). De functie van de stekels was waarschijnlijk
het vergroten van het groene oppervlak (de bladfunctie dus). Verder gaven
de stekels misschien houvast bij de vorming van kleine struwelen, waarin
planten van één soort min of meer op elkaar hingen.
|
|
Alle planten van die tijd waren sporenplanten, zoals nu nog de
mossen, de varens, de wolfsklauwen en de paardenstaarten. Maar ze zijn zo
verschillend van de nu nog levende planten dat het vrijwel onmogelijk is
te zeggen bij welke groep ze horen. Die oude planten zijn ook allemaal
uitgestorven.
Over deze oerplanten is nog maar betrekkelijk weinig bekend omdat er maar
weinig gave fossielen van gevonden worden. Vaak zijn de planten van grote
afstand door rivieren aangevoerd voordat ze in de modder terecht kwamen en
konden fossiliseren. Daardoor zijn de planten in de meeste gevallen in kleine
stukjes gehakt voordat ze fossiel werden. Men spreekt in dit geval wel van
'haksel' en daar is weinig eer aan te behalen. Slechts op een paar plekken
zijn de planten uit het Onder- en Midden-Devoon goed bewaard
gebleven.
|
Een geweldige bron van informatie over de oudste landplanten is
de zg. Rhynie chert.
Bij het Schotse plaatsje Rhynie was 400 miljoen jaar geleden een soort
Yellowstonepark met geisers die kiezelhoudend water uitbraakten. Daardoor
is daar een compleet verkiezeld moeras ontstaan waarin de planten soms tot
op de cel nauwkeurig bewaard zijn gebleven. Ook veel diertjes zijn daar gevonden.
Op de foto rechts stengeltjes van het plantje Rhynia (1 mm in
doorsnede). Klik hier
voor een uitgebreide beschrijving van de Rhynie chert. |
|
|
Tijdens het Midden-Devoon werden de planten hoger en ontstonden
er boompjes van enkele meters hoog. Kort geleden is zelfs een stam met
aangehechte kroon ontdekt in de Amerikaanse staat New York. Deze boom heet
Eospermatopteris en kon tot 9 m hoog worden. Hij dateert uit het late
Midden-Devoon.
Uit het Laat-Devoon is de Archaeopteris (niet te verwarren met de
oervogel Archaeopterix) de bekendste boom. Hij was
een voorloper van de coniferen en kon tot 18 m hoog worden. De figuur links
is een reconstructie uit de mooie website Devonian Times. Vooral in België
worden nogal wat planten uit het Boven-Devoon gevonden. Een voorbeeld is
Rhacophyton, die in de buurt van Luik voorkomt (foto rechts) en die
waarschijnlijk een voorloper is van de varens. Hij heeft nog geen blaadjes,
maar wel haakjes aan de takken. |
|
|
Aan het eind van het Devoon ontstonden de eerste planten met zaadjes.
De oudste zaadplant van Europa wordt gevonden in België en hij
is genoemd naar het grensplaatsje Moresnet. Hij heet namelijk
Moresnetia (zie foto links). Deze plant heeft primitieve zaadjes:
ze zijn nog niet helemaal omhuld, zoals dat bij de huidige zaden het geval
is. Kort geleden is in België nog weer een voorloper van
deze plant ontdekt. Klik
hier voor meer informatie.
De zaadplanten zijn steeds belangrijker geworden in de loop der miljoenen
jaren. Het was blijkbaar een succesvolle formule want tegenwoordig zijn verreweg
de meeste planten zaadplanten. De sporenplanten zijn langzaam
maar zeker naar de achtergrond verdrongen. Klik
hier voor een meer uitgebreide
beschrijving van de vroege landplanten. |
Top
Vervolg
|