Email

De Boven-Carboonflora van Ibbenbüren

DickenbergHet aantal plaatsen in Europa waar kool gewonnen wordt, is in de loop der jaren flink teruggelopen, maar in Ibbenbüren is de kolenwinning nog steeds actief, al wordt ook deze mijn in 2018 gesloten. Voor verzamelaars van Carboonplanten zijn de omstandigheden de laatste jaren echter verslechterd. Kon je vroeger nog vrij gemakkelijk op b.v. de stortberg bij Dickenberg in het weekeinde verzamelen (klik op de foto), tegenwoordig is de afvalhoop hermetisch afgesloten. Alleen via georganiseerde excursies zijn er nog mogelijkheden.

Omdat veel mensen nog fossielen uit Ibbenbüren uit vroeger jaren in huis hebben, leek het mij nuttig om een overzicht te geven van de daar voorkomende planten. Intussen heb ik van een vijftal verzamelaars kratten met stukken uit Ibbenbüren gekregen. Tezamen met mijn eigen vondsten vormen zij een collectie die een redelijk beeld geeft van de flora van deze vindplaats.

Geologie

Tijdens het Laat-Carboon bestonden grote delen van Noordwest- en Centraal-Europa (en ook van andere continenten) uit laagland met moerassen. Hierin vond veenvorming plaats. Veenvorming in het laagland kan alleen plaatsvinden als de aangroei van het veen gelijke tred houdt met de bodemdaling. Van tijd tot tijd werd dit evenwicht verstoord en raakten de moerassen overstroomd door stijging van de grondwaterspiegel. Het moeras verdronk en werd bedekt met een laag erosiemateriaal (zand en klei). Door de druk klonken de veenlagen in. Na verloop van tijd was de ontstane depressie met sediment opgevuld, vertraagde de bodemdaling of daalde de zeespiegel en ontstond er op de kleiïge ondergrond weer een moeras. Lees verder

Kolenwinning

Sinds de vijftiende eeuw wordt al kool gewonnen in het gebied. Eerst gebeurde dat via zogenaamde Stollen, min of meer horizontale gangen, die de laag volgden waar deze aan de oppervlakte kwam. In de zeventiende eeuw begon men verticale schachten te graven en met de industriële revolutie in de negentiende eeuw werd de mijnbouw sterk geïntensiveerd.
Museum IbbenbürenDe productie in het Westfeld (Dickenberg) is in 1979 gestaakt. De Nordschacht bij Mettingen in het Ostfeld (Schafberg) is nu de belangrijkste productieschacht. Deze stamt uit de vijftiger jaren en is met 1620 m de diepste kolenmijn ter wereld. Het vele gas, dat uit deze lagen vrijkomt, wordt verbrand en in stroom omgezet.
Water in de mijn is altijd een groot probleem geweest. Vele miljoenen kubieke meters moesten en moeten per jaar weggepompt worden. In het verleden hebben vooral de ondiepe lagen te kampen gehad met wateroverlast omdat die extra gevoelig waren voor neerslag. In 1894 is de mijn zelfs geheel volgelopen en heeft het jaren geduurd voor er weer steenkool gewonnen kon worden.
De meeste kool wordt direct in de elektriciteitscentrale in Ibbenbüren verbrand, een deel wordt op de markt gebracht. Vanwege het hoge koolstofgehalte wordt de kool ook wel gebruikt voor waterzuivering.
In de loop der tijden zijn er ook diverse kleine groeves en mijnen geweest. De belangrijkste daarvan waren Zeche Mathilde en Grube Mieke.

In het mooie museum te Ibbenbüren (klik op de foto hierboven) is de (bewogen) geschiedenis van de kolenwinning fraai in beeld gebracht. Het museum is op elke tweede en vierde zaterdag van de maanden mei tot en met september van 14.00 tot 16.30 uur geopend. Voor groepen kunnen het hele jaar door afspraken gemaakt worden.

De flora

Over de plantenfossielen van Ibbenbüren is maar weinig literatuur te vinden. In het boek Geologie des Osnabrücker Berglandes (Klassen et al., 1984) wordt vrij uitgebreid ingegaan op de geologie en de kolenwinning, maar de flora komt nauwelijks aan de orde. De belangrijkste publicatie is van Bode (1927), waarin de planten van de dan bekende lagen worden geïnventariseerd.
Al met al noemt Bode een kleine honderd soorten, waarvan sommige intussen een andere naam hebben gekregen. In mijn verzameling kom ik tot ongeveer zeventig soorten, waarvan er een aantal niet door Bode genoemd worden. Dat is ook begrijpelijk, omdat de winning in 1927 het Westfalien B nog niet had bereikt. De laatste jaren komen alle fossielen uit de lagen van het Westfalien B.
De meeste soorten worden hier kort beschreven en van een afbeelding voorzien. Zie voor meer informatie over deze planten de determinatiewerken van Josten (1991), Cleal & Thomas (1994) en Remy & Remy (1977).

Klik op de afbeelding hiernaast voor een mooie sfeerimpressie van steenkoolmoeras van Ibbenbüren.

Kies een van onderstaande groepen planten om verder te gaan:

Wolfsklauwen

Paardenstaarten

Varens en zaadvarens

wklWklWklWkl PdstPdstPdstPdst VarVarVarVar

Boeken

Bode, H., 1927. Palaeobotanisch-stratigraphische Studien im Ibbenbürener Carbon. Preußischen Geologischen Landesanstalt, Berlijn.

Cleal C.J. & B.A. Thomas, 1994. Plant fossils of the British Coal Measures. The Palaeontological Association, Londen.

Gothan W. & Remy W., 1957. Steinkohlenpflanzen. Essen.

Josten K.-H., 1991. Die Steinkohlen-Floren Nordwestdeutschlands. Geologisches Landesamt Nordrhein-Westfalen, Krefeld.

Klassen H. 1984. Geologie des Osnabrücker Berglandes. Naturwissenschaftliches Museum, Osnabrück.

Remy W & Remy R, 1977. Die Floren des Erdaltertums. Glückauf, Essen

Stewart, W.N. & G.W. Rothwell, 1993. Paleobotany and the evolution of plants. Cambridge University Press, Cambridge.

Taylor, T.N., E.L. Taylor & M. Krings, 2009. Paleobotany: The Biology and Evolution of Fossil Plants [2nd Ed]. New York: Academic Press.

Top