Darwin 24 |
|
|
Darwin ging in 1837 op kamers wonen in de Great Marlboroughstreet in
Londen (zie boven). Hij werd uigenodigd lid te worden van de Geological Society
en al spoedig daarna werd hij secretaris. Langzamerhand begon zijn aandacht steeds meer uit te gaan naar de verandering van de soorten. In juli 1837 opende hij zijn geheime Notebook B, waarin hij zijn gedachten over dit onderwerp opschreef. Voorin schreef hij het woord 'Zoönomia', de titel van het boek van zijn grootvader Erasmus. Hij zag steeds meer aanwijzingen dat soorten veranderlijk waren. Bijvoorbeeld in de spotvogels en vinken van de Gapalapos. Ook in de geologie want veranderingen in het landschap moesten toch ook gevolgen voor de planten en dieren hebben. Maar hij begreep niet hoe dat in zijn werk ging. |
Totdat hij in september 1838 het artikel 'Essay on the Principle of
Population' uit 1798 van Malthus las. Daarin zet deze uiteen dat de bevolking
in 25 jaar verdubbelt en dat de hoeveelheid voedsel niet in die mate toeneemt.
Er zal dus armoede en werkloosheid ontstaan. Malthus geeft als remedie de
zaak op zijn beloop te laten en de armen niet meer te helpen. Liefdadigheid
moet afgeschaft worden. De concurrentiestrijd tussen de armen zal het aantal
kinderen beperkt houden en bovendien zullen ze proberen zich nuttig te maken
door voor minder geld te gaan werken. Velen zullen dan gaan emigreren. Terwijl hij Malthus leest, wordt Darwin ineens veel duidelijk. Ook in de natuur nemen populaties exponentieel (dus heel snel) toe en door gebrek aan voedsel en ruimte zal er een strijd om het bestaan ontstaan (term van Malthus).
Meer weten? |
Darwin 24 |