Evolutie 36 |
|
|
Dit is een vereenvoudigde stamboom van viervoetige gewervelde dieren
en de vogels. In de eerste kolom staan de geologische periodes. De
amfibieën waren de eerste landdieren: zij stammen af van kwastvinnige
vissen of longvissen. Uit de amfibieën zijn ergens in het Carboon de
reptielen ontstaan. Het verschil tussen deze twee groepen is vooral het feit
dat reptielen eieren met een schaal leggen en daardoor onafhankelijk zijn
van het water. Amfibieën moeten altijd weer terug naar het water om
eieren te leggen. Denk b.v aan kikkers. Aan de stamboom kun je ook nog zien dat Hylonomus leefde in de tijd dat de zoogdierachtige reptielen zich afsplitsten. Uit die laatste groep zijn later de zoogdieren voortgekomen. Verder kun je zien dat de vogels van de reptielen afstammen.
Meer weten? |
Een van de vele mooie schilderijen uit het bovengenoemde boek. Het is
een landschap uit het Carboon en op de achtergrond zie je een grote stomp
van de wolfsklauwboom Sigillaria. Het diertje is een Hylonomus,
die naar een insect hapt. Hij is ruim 20 cm lang. De fossielen van dit zeer oude reptiel zijn gevonden in boomstronken die destijds hol waren en waarin de dieren als het ware in de val liepen. Ze konden er niet meer uit en werden overdekt met aarde en zand, waarna de geraamtes fossiliseerden. Ook van veel andere viervoeters zijn fossielen gevonden. Onderstaande link laat dit met veel afbeeldingen zien. Lees ook de volgende bladzijden. Hoe weet men dat dit een reptiel is en geen amfibie? Eieren heeft men niet gevonden maar b.v. aan de bouw van de schedel kan men dat wel zien. Bij reptielen zijn sommige botjes samengegroeid, die bij amfibieën nog apart zaten.
Meer weten? |
Evolutie 36 |