Evolutie 35 |
|
|
De beroemdste vindplaats van dierlijke fossielen is wel de Burgess
Shale in de bergen van Brits-Columbia, Canada. De lagen daar zijn
uit het Midden-Cambrium, zo'n 520 miljoen jaar oud. Ze zijn daarmee maar
iets jonger dan de oudstbekende fossielen. Vanaf 543 miljoen jaar geleden
, aan het begin van het Cambrium, komen fossielen algemeen voor. Het bijzondere
van de Burgess Shale is dat de fossielen daar uitzonderlijk goed geconserveerd
zijn. Zelfs de zachte delen zijn bewaard gebleven. Op verreweg de meeste
andere plaatsen zijn alleen de harde delen, zoals schelpen en pantsers
gefossiliseerd. In de lagen van de Burgess Shale zijn talloze, vaak zeer
vreemde dieren gevonden, die in veel gevallen van geen enkele andere plaats
bekend zijn. Alleen in China zijn de laatste tijd vergelijkbare vondsten
gedaan (die nog iets ouder zijn). Uit de fossielen blijkt dat er in die (begin)tijd zeer veel levensvormen bestonden, die later blijkbaar uitgestorven zijn. Men spreekt wel van de Cambrische explosie, waarmee de enorme radiatie (uitwaaiering) van levensvormen in die periode bedoeld wordt.
Meer weten? |
Hier zie je een paar van die zeer eigenaardige dieren. Zoals de
Anomalocaris, een tot 2 meter grote rover met ogen op korte steeltjes,
met een mond in de vorm van een ananas-ring en een paar gevaarlijke grijpers.
Dit was verreweg het grootste dier in de Burgess Shale. De Sidneyia was een geleedpotig roofdier van ongeveer 10 cm dat de stamouder van de spinachtigen, trilobieten en schorpioenachtigen zou kunnen zijn. De Leanchoilia was een blinde geleedpotige met grote aanhangsels aan de kop die eindigden in drie zweepachtige tentakels. Dit zijn maar drie van de meer dan 120 soorten dieren die in de Burgess Shale gevonden zijn.
Meer weten? |
Evolutie 35 |