Evolutie 34 |
|
|
Hier een mooie stamboom van het leven. De kleine lettertjes zijn niet
te lezen maar die zijn niet belangrijk. De eerste levende organismen zullen
ontstaan in een heet milieu: de gele basis van de stamboom. De eerste zijtak
aan de linkerkant is die van de bacteriën, ofwel de prokaryoten. De
eerste cyanobacteriën met fotosynthese (vermogen om zetmeel te maken
uit koolzuurgas en water) ontstaan op de grens van warm en koud. De eerste zijtak rechts gaat naar de Archaea ofwel de oerbacteriën. Zij haalden hun energie o.m. uit zwavel. Ze komen nog voor in extreme omgevingen. De tweede tak aan de linkerkant is die van Eukaryoten, d.w.z. de organismen met cellen met een kern. Ook meercellige organismen zoals planten en dieren horen daarbij. De dieren (inclusief de mens) staan linksboven in het cirkeltje aangegeven. |
Dit is een foto van een deel van een (nog levend) primitief meercellig
wezen, de Volvox. Het is een groene alg, bestaande uit cellen
die onderling door protoplasmastrengen verbonden zijn en die op een bolvormig
oppervlak zijn gaan liggen. Het organisme, dat tot 1 mm groot is en dat in
zoetwaterslootjes leeft, is ook te beschouwen als een kolonie van samenwerkende
algencellen. De cellen hebben elk twee zweepharen waarmee de bol in
draaiing gebracht kan worden. en waarmee de kolonie kan zich verplaatsen.
De cellen zijn nog niet gespecialiseerd en het is voorstelbaar dat
overgangsvormen van eencellige naar meercellige organismen een vergelijkbare
vorm hadden. Van tijd tot tijd vormen zich nieuwe bolletjes binnen de oude bij wijze van ongeslachtelijke voortplanting. Op zeker moment komen deze nieuwe bolletjes naar buiten. Er bestaat overigens ook een geslachtelijke voortplanting.
Meer weten? |
Evolutie 34 |