Evolutie 28 |
|
|
Niet alle eigenaardigheden zijn met natuurlijke selectie te verklaren.
Er zijn ook neutrale kenmerken, die voordeel noch nadeel opleveren als ze
veranderen. Populaties kunnen dus van elkaar gaan verschillen zonder dat
er sprake is van natuurlijke selectie of aanpassing. Stephen J. Gould gaf nog een ander voorbeeld van een eigenaardigheid, die niet (direct) door natuurlijke selectie veroorzaakt is. De kiwi in Nieuw-Zeeland is een ministruisvogeltje dat gigantisch grote eieren legt. Zo'n ei is wel ongeveer 15% van het lichaamsgewicht. Lang heeft men aangenomen dat dat zo geëvolueerd was door natuurlijke selectie omdat het een voordeel had voor de soort: het jong kon dan over veel voedsel beschikken. Maar het zit anders in elkaar. De kiwi's stammen af van een reuzenvogel zoals de Moa (Dinornis maximus: rechts), die grote eieren produceerde. De soort is rond 1500 uitgestorven, misschien door bejaging door prehistorische bewoners, afkomstig van Polynesië.(lees hiernaast verder) |
Het is een bekend verschijnsel dat bij afname van de totale lichaamsgrootte
allerlei onderdelen daarvan minder sterk in grootte verminderen. Zo leggen
kleine kippen in verhouding grotere eieren dan grote kippen. Berekeningen tonen aan dat als de moa in grootte zou afnemen tot het formaat van een kiwi, dat dan het reusachtige moa-ei kan uitkomen op het nog steeds grote kiwi-ei. Men spreekt van allometrische verschijnselen. Zo zal ook het uitgestorven reuzenhert aan zijn enorme gewei gekomen zijn: Bij het langzamerhand toenemen van de lichaamgrootte, zal het gewei naar verhouding sterker zijn gegroeid. Sexuele selectie deed daar nog een schepje bovenop doordat de vrouwtjes de voorkeur gaven aan de man met het grootste gewei.
Meer weten? |
Evolutie 28 |