Evolutie 18 |
|
|
Darwin is op het idee van evolutie gekomen, toen hij hoorde dat de vele
soorten vinken van de Galapagoseilanden nauw verwant waren aan elkaar.
Waarschijnlijk is er ooit een vinkenpaartje of een drachtig wijfje naar een
van de eilanden gevlogen (gewaaid). Dat heeft zich daar voortgeplant en
uiteindelijk waren er zoveel vinken dat er gebrek aan voedsel ontstond. Daarop
zijn ze zich gaan aanpassen aan verschillende manieren van voedselverzamelen
en zo ontstonden nieuwe soorten. (In werkelijkheid is het proces veel
ingewikkelder, maar dat is voor gevorderden). Waarschijnlijk zag de eerste
vink er ongeveer uit als de vogel links onder. Onder de vele soorten die
zich ontwikkeld hebben, zijn ook vinken die een stokje als gereedschap gebruikten
om insecten uit holtes te peuteren.
Meer weten? |
Zo'n uitwaaiering van soorten heet een adaptieve radiatie.
Adaptatie betekent aanpassing en een radiatie is een uitwaaiering. Zoals
in de stamboom hierboven te zien is, ontstonden er o.m. zangers, cactuseters,
grondvinken en boomvinken. Tot de laatste groep behoorden ook de spechtachtige
vinken (linksboven). In het boek 'De snavel van de vink' van Jonathan Weiner wordt beschreven hoe het echtpaar Grant op de Galapagoseilanden kon waarnemen hoe in slechte tijden de vorm en omvang van de snavels van de vinken meetbaar veranderde. In tijden van hongersnood waren de vinken met de sterkste snavels in het voordeel omdat ze dan harde zaden konden openmaken. Zij bleven in leven terwijl de vinken met zwakkere snavels omkwamen of hun jongen niet konden voeden. Overigens evolueren niet alleen lichamelijke kenmerken, maar ook gedragskenmerken. Gedrag, instainct, is voor een groot deel erfelijk. Vaak is de barrière tussen nieuw-ontstane soorten volledig veroorzaakt door anderssoortig gedrag, zoals b.v. bij paringsrituelen.
Meer weten? |
Evolutie 18 |