Evolutie 16 |
|
|
De meest voorkomende manier van soortvorming is die als gevolg van
geografische isolatie. Twee populaties van eenzelfde soort
raken van elkaar gescheiden doordat er een gebergte ontstaat, of een zee
of een andere barričre. De populaties gaan langzamerhand van elkaar
verschillen doordat ze zich aanpassen aan verschillende omstandigheden of
gewoon door toeval. Er kunnen ook mutaties optreden die de erfelijke
eigenschappen echt veranderen. Als de populaties elkaar na verloop
van tijd weer ontmoeten, zijn er drie mogelijkheden: 1. ze zijn zoveel van elkaar gaan verschillen dat ze elkaar niet meer herkennen en niet meer kruisen. Er zijn dan nieuwe soorten ontstaan. 2. ze zijn wel gaan verschillen, maar kruisen nog wel en hebben vruchtbare nakomelingen. Er zijn twee rassen van dezelfde soort ontstaan. Rassen zijn eigenlijk beginstadia van soorten. 3. er zijn geen noemenswaardige verschillen ontstaan en alles blijft bij het oude. Voorbeelden van geografische barričres zijn: gebergte, zee, land, rivier, woestijn en ijs. Soortvorming door geografische isolatie heet allopatrische soortvorming. Allo = elders, patria = vaderland. De naam is afkomstig van Mayr.
Meer weten? |
Zo zullen ook de mensenrassen ontstaan zijn: door geografische
isolatie. Populaties (stammen, volkeren) zullen zich ,doordat ze lange tijd
geďsoleerd leefden van andere populaties, in een bepaalde richting
ontwikkeld hebben. Bij de mens (Homo sapiens) is het echter niet tot
de vorming van nieuwe soorten gekomen, want de rassen zijn onderling perfect
vruchtbaar. Waarschijnlijk komt dat door de reislust van de mens. Hij overwon
uiteindelijk altijd weer de barričres waardoor er steeds genenuitwisseling
tussen de populaties is gebleven. Overigens hebben er wel verschillende mensensoorten bestaan. In ieder geval na elkaar in de tijd, maar ook naast elkaar zoals de Neanderthaler en de Homo sapiens.
|
Evolutie 16 |