Darwin 47 |
|
|
In 1868 publiceert Darwin zijn boek The variation of animals and plants
under domestication ofwel het Variëeren der huisdieren en cultuurplanten,
zoals de Nederlandse vertaling uit 1935 heet. Daarin worden vrijwel
alle door de mens gefokte dieren en gekweekte planten uitgebreid behandeld.
Bijvoorbeeld de duiven waarvan Darwin aantoont dat ze allemaal van
één soort afstammen, nl. de rotsduif. In dit boek heeft Darwin alle informatie verwerkt die hij gedurende vele jaren heeft verzameld in zijn contacten met fokkers en kwekers. |
Ook de cultuurplanten komen uitgebreid aan de orde, zoals de maisplant.
Hij beschrijft hoe de maisplant uit Amerika afkomstig is. De Azteken maakten
al suiker uit mais. De meeste wilde maiskolven hebben 8 rijen korrels, maar soms komen 10-rijige voor. Als de zaden hiervan uitgezaaid worden, dan zijn de kolven gemiddeld ook 10-rijig, maar er zitten ook 12-, 14-, of 16-rijige tussen. Kweekt men daarmee verder, dan krijgt men er ook enkele 18- of 20-rijige kolven bij. Zelfs 22-rijige maiskolven zijn zo gekweekt. De opbrengst werd daarbij veel groter. De kleinere plantjes op de tekening zijn nog weer verdere voorouders van het mais. |
Darwin 47 |