Darwin 11 |
|
|
Toen hij op 29 augustus 1831 thuiskwam in Shrewsbury, lag de belangrijkste
brief van zijn leven op hem te wachten. Kapitein FitzRoy van het landmeetkundig
onderzoeksschip de Beagle zocht een natuuronderzoeker voor een wereldreis
en Henslow had Darwin aanbevolen. Darwin was heel enthousiast maar zijn vader
zette een domper op zijn vreugde door toestemming te weigeren. Hij zag aankomen
dat Darwin geen predikant zou worden. Wel zei hij, dat als Darwin een verstandig
persoon kon vinden, die hem zou adviseren die wèl te geven, dat hij
dan zijn mening zou veranderen. De volgende dag ontmoette Darwin Uncle Jos
(Wedgwood) en die reageerde heel positief en schreef een brief aan Robert
Darwin, die daarop zijn toestemming gaf. (sommige bronnen zeggen zelfs dat
Robert zelf Darwin aangeraden heeft Uncle Jos te raadplegen). Toen ging alles heel snel ... Op 5 september maakte Darwin kennis met FitzRoy, een aristocratische man uit een zwaarmoedige familie, die hoopte in Darwin een goede metgezel te krijgen. Toch liep het nog bijna mis omdat FitzRoy vond dat Darwin een karakterloze neus en kin had. Hij deed namelijk aan fysiognomie: een 'wetenschap' die dacht het karakter te kunnen aflezen uit de gelaatstrekken. Maar Darwin enthousiaste uitstraling won het toch.
Meer weten? |
Darwin (lees vader Darwin) moest alles zelf betalen voor de voor 2 jaar
geplande reis. In korte tijd moesten alle inkopen gedaan worden. Microscoop,
geweer, twee pistolen, materiaal om dieren op te zetten, boeken, geologisch
kompas, enz. enz.
Het schip, de Beagle, waarmee ze de wereldreis zouden maken, was erg klein:
30 bij 8 m. Het was enorm opgeknapt door FitzRoy tot een driemastbark en
gemoderniseerd. Darwin zei dat hij nog nooit zo'n mooi schip had gezien.
Hij sliep in een hangmat boven de kaartentafel, 60 cm onder het bovenlicht.
Er waren 73 man aan boord, waaronder drie Vuurlanders die FitzRoy op een
vroegere reis had meegebracht en die nu Engels geleerd hadden. Men wilde
ze terugbrengen om te kijken of ze soms iets van de Engelse beschaving aan
de wilde Vuurlanders konden doorgeven.
FitzRoy was een zeer dogmatisch man, heel gelovig: hij nam elk woord van
de Bijbel letterlijk. Verder had hij een slecht ochtendhumeur. Darwin had
al zijn tact nodig om de relatie goed te houden. Hij wist wanneer hij moest
verdwijnen om geen ruzie te krijgen.
Meer weten? |
Darwin 11 |