Email

De Juraflora van de kust van Noord-Yorkshire

Klik op de foto's om ze te vergroten
Klif bij WhitbyDe prachtige kliffenkust van Yorkshire is bij veel verzamelaars bekend vanwege de mooie Jura- en Krijtfossielen, die er te vinden zijn, zoals ammonieten, tweekleppigen en reptielresten. Er worden echter ook belangrijke vondsten op het gebied van Jura-planten gedaan. Het belang schuilt enerzijds in de grote variatie aan planten die aangetroffen wordt, anderzijds in het feit dat van veel planten de cuticula (het omhullende wasachtige laagje) bewaard is gebleven, waardoor een gedetailleerd beeld van de celstructuren verkregen kon worden. De fossielen zijn daarentegen in het algemeen niet spectaculair: het zijn meestal geen museumstukken. Een tentoonstelling ervan zal geen drommen kijkers trekken.

Een beetje geologie

Als je de kust van Noord-Yorkshire via het indrukwekkende klifpad zou volgen van Middlesborough via Whitby naar Bridlington, dan zie je dat de lagen steeds jonger worden, een paar lokale uitzonderingen daargelaten. Globaal doorlopen de lagen dan de tijdschaal vanaf het Onder-Jura tot en met het Boven-Krijt. In verreweg de meeste gevallen gaat het om zee-afzettingen, maar er zijn ook een paar landafzettingen, of liever delta-afzettingen.En daarin zitten de plantenfossielen.

Cayton Bay: de vindplaats valt droogDeze lagen dateren uit het Midden-Jura en ze zijn gevormd door rivieren die in oostelijke richting stroomden. Deze voerden zoveel slib en zand aan dat er zich delta's vormden. Hierin raakten van tijd tot tijd kreken verstopt waarbij veel plantenresten ingebed werden. Doordat het hele gebied langzaam daalde, kon dit proces lange tijd doorgaan, maar van tijd tot tijd overstroomde de delta en werd deze afgedekt met een laag zand. Zo kon het gebeuren dat sommige verstopte rivierbeddingen in hun geheel versteenden, inclusief de plantenresten. In de opengebleven rivierarmen en in het uitmondingsgebied in zee werden ook wel plantenresten afgezet, maar deze waren zozeer beschadigd, dat alleen ´haksel´ is overgebleven.

De drie afzettingen met plantenfossielen zijn (van oud naar jong): de Saltwick Formation, de Gristhorpe Member en de Scalby Formation. De Gristhorpe Member is een onderdeel van de Cloughton Formation. Zie het schema. Deze lagen werden afgewisseld door marine afzettingen. En het zijn juist fossielen uit deze zee-afzettingen die men gebruikt heeft om dateringen uit te voeren. De delta-afzettingen geven daartoe niet voldoende houvast.
Voor uitgebreidere informatie over de geologie van het gebied verwijs ik naar het artikel van Buntsma (1985) in het Gea-blad en naar het boekje van Van Konijnenburg-van Cittert & Morgans (1999)

Scalby Formation (delta) met het Scalby Plant Bed
Scarborough Formation (marien)
Cloughton Formation Gristhorpe Member (delta) met het Gristhorpe Plant Bed
Lebberston Member (marien)
Sycarham Member (marien)
Ellerbeck Formation (marien)
Saltwick Formation (delta) met het Whitby Plant Bed

Vindplaatsen

Wij (mijn vrouw en ik) hebben voornamelijk verzameld op vier plaatsen: Whitby (met het Whitby Plant Bed), Hayburn Wyke (ook met het Whitby Plant Bed maar met een andere inhoud en ouderdom), Scalby (Scalby Plant Bed) en Cayton Bay (Gristhorpe Plant Bed). Ook op tussenliggende plekken, b.v. bij Burniston, hebben we in de stenen op het strand leuke vondsten gedaan, maar op de vier eerstgenoemde plaatsen zitten de fossielen in de laag, terwijl het elders om gerolde stenen gaat.

Voor de precieze ligging van de vindplaatsen verwijs ik weer naar Buntsma (1985) en Van Konijnburg-van Cittert & Morgans (1999) waarin nauwkeurig is uitgelegd hoe de plekken te bereiken zijn. In het laatstgenoemde boekje staat nog een andere vindplaats beschreven, nl. Hasty Bank, in het binnenland. Voor het betreden hiervan is echter toestemming van de Head Forester vereist. Wij hebben deze plek niet bezocht.
Algemeen kan worden gezegd dat er flink wat doorzettingsvermogen en motivatie nodig is om de juiste plaats te vinden en de fossielen te bergen. De toegangswegen zijn vaak lang en (vooral bij regen) moeilijk begaanbaar. Op het strand moet in veel gevallen over stenen gelopen en geklommen worden, waarbij de terugweg (als je geluk hebt) nog moeilijker is dan de heenweg.

Fossielen zoeken bij Cayton BayHet gesteente waarin de fossielen zitten is vaak harde klei, soms zandsteen en bij uitzondering ijzersteen. Het is noodzakelijk (behalve bij Hasty Bank, dat landinwaarts ligt) bij laagwater te zoeken. De eerste handeling is dan ook het kopen van een getijdentabel.
De fossielen zijn bedekt met een kolig laagje, dat nogal kwetsbaar is. De planten mogen dan ook niet afgeborsteld worden, want dan is het mooie er af. Laten drogen en met een zachte penseel afvegen is nog de beste manier om ze enigszins schoon te krijgen.

Vijf waarschuwingen:

1. Let op het getij. Je kunt verrast en ingesloten worden door het opkomende water.
2. Let op uit het klif vallende stenen. Loop niet onder steile wanden.
3. De kliffen zelf zijn soms onstabiel: je kunt erin wegzakken als de grond doorweekt is.
4. Pas op voor verstuikte enkels e.d. bij het lopen en klimmen over stenen.
5. Ga niet alleen op pad.

Cuticula

Cuticula van Nilssonia comptaVan de fossiele zaadplanten van Yorkshire is de cuticula bewaard gebleven. Dat is bijzonder want op veel vindplaatsen is dat niet het geval. Dit wasachtige beschermingslaagje bevat een afdruk van de celstructuur van de opperhuid en is daardoor voor wetenschappers van groot belang.

De zwarte laag, die op de fossielen zit, bestaat uit kool en wordt omhuld door de cuticula. Met een speciale behandeling met o.m. kaliumchloraat en salpeterzuur, maceratie genaamd, kan de kool opgelost worden en blijft alleen de doorzichtige cuticula over. Daarvan kan een preparaat gemaakt worden dat onder de lichtmicroscoop bestudeerd kan worden. Aan de hand van de cuticulapreparaten kan vaak met zekerheid worden vastgesteld om welke soort het gaat. Sommige planten lijken sprekend op elkaar, terwijl de cuticula's heel verschillend kunnen zijn. Links de cuticula van de cycas-achtige Nilssonia compta.
Cuticula's van de (echte) varens zijn bijna nooit gefossiliseerd: die waren daarvoor te dun.

De flora

In het indrukwekkende standaardwerk van Harris wordt de flora van Noord-Yorkshire in vijf delen uitgebreid behandeld waarbij zo mogelijk ook de cuticulastructuren afgebeeld worden. De delen kwamen achtereenvolgens uit in 1961, 1964, 1969, 1974 en 1979.
In dit artikel streef ik niet naar volledigheid, maar geef ik een verslag van de soorten die wij zelf gevonden hebben. Daarmee is toch al een aardig beeld op te bouwen van de flora tijdens de Juratijd.

Zoals bekend waren de moderne bloemplanten nog niet ontwikkeld: die grepen pas in het Vroeg-Krijt naar de macht. Tijdens de Jura regeerden de naaktzadigen, maar ook de varens waren volop aanwezig. De volgende groepen kunnen worden onderscheiden:
1. Paardenstaarten  2. Varens  3. Zaadvarens  4. Bennetitales (op Cycas gelijkende planten, die bloemen hadden (!))  
5. Cycas-achtigen  6. Ginkgo-achtigen  7. Czekanowskia-achtigen (een uitgestorven groep planten met naaldvormige blaadjes) 8. Coniferen.

De levermossen, die hier ook gevonden zijn, laat ik buiten beschouwing.
Klik op onderstaande foto's om de planten van deze groep te zien.

Paardenstaart van Yorkshire
1. Paardenstaarten

Varens van Yorkshire
2. Varens

Zaadvarens van Yorkshire
3. Zaadvarens

Bennettitales van Yorkshire
4. Bennettitales

Cycas-achtigen van Yorkshire
5. Cycas-achtigen

Ginkgo-achtigen van Yorkshire
6. Ginkgo-achtigen

Czekanowskia-achtigen van Yorkshire
7. Czekanowskia-achtigen

Coniferen van Yorkshire
8. Coniferen

Tenslotte

Pootafdruk van BurnistonDe kuststrook van Noord-Yorkshire is een van de belangrijkste vindplaatsen van Jura-planten. Het standaardwerk van Harris toont dat overtuigend aan. Het is toch wel heel bijzonder dat van planten die 150 miljoen jaar geleden in de delta groeiden, nu nog de celstructuren tot in detail bestudeerd kunnen worden. Maar er is wel veel inspanning voor nodig om de fossielen aan de steen te onttrekken en er is wat geluk nodig om redelijk complete exemplaren te vinden.
Wel kan gezegd worden dat van veel moderne families, zowel varens, paardenstaarten, cycassen als coniferen, in de Yorkshire-delta al vertegenwoordigers voorkwamen.
De omgeving is in één woord: fantastisch.

Bij Burniston worden grote voetafdrukken van dinosauriërs gevonden. Er worden excursies georganiseerd naar de (beschermde) plek waar ze te vinden zijn. Vraag ernaar bij de Tourist Information. Wij vonden één klein pootje en waren daar kinderlijk blij mee.

Top                                                                     Literatuur