Een schorpioen uit het Carboon van de Piesberg
Op zondag 4 oktober 2006 ging een groep leden van de NGV, afdeling Twente,
op excursie naar de grote groeve in de
Piesberg bij Osnabrück. Het regende
pijpenstelen en de vondsten vielen tegen doordat de plantenfossielen door
de regen niet goed te zien waren. Toch werd het een gedenkwaardige dag, want
één lid van de groep, Adri Delcour, sloeg van een groot, langs
de weg liggend blok stukken af en zag een fossiel zitten dat haar vreemd
voorkwam. Wat het was, wist ze niet, maar het leek interessant genoeg om
mee te nemen. Met veel moeite slaagde zij er in nog een aar stukken, met
delen van het fossiel erop, van het harde blok af te slaan.
Toen zij thuis haar oogst bekeek, zag zij tot haar verbazing een kop van
een schorpioen inclusief de twee klauwen. En op een ander stuk zat het negatief
van een lange staart. Verder waren er nog een paar kleine stukjes met delen
van poten er op. Het fossiel was niet compleet, maar met 'photoshoppen',
waarbij het negatief in een positief werd omgezet, bleek het mogelijk om
een complete schorpioen te produceren.
Deze zeldzame vondst is intussen wetenschappelijk beschreven door Dr.
Jason Dunlop uit Berlijn en Prof. Carsten Brauckmann uit Clausthal-Zellerfeld
(Dunlop et al, 2008, zie onderaan).
Hieronder staat een foto van het fossiel. De afbeelding daarnaast is
gemaakt met de camera lucida. Dat is een optisch instrument waarmee het beeld
op papier wordt geprojecteerd, waarna dit kan worden overgetrokken.
De afbeeldingen zijn overgenomen uit de genoemde publicatie.
Klik op de linkerfoto voor vergroting.
De ouderdom van de vindplaats
Nader onderzoek op de vindplaats in de Piesberg wees uit dat het blok
waarin het fossiel zat, geheel verdwenen was ten gevolge van werkzaamheden
in de groeve.
Aangenomen mag worden dat het fossiel afkomstig is uit een afzetting
boven
de kolenlaag Zweibänke (Westfalien D). De korrelgrootte
van het blok èn de fossielinhoud ervan zijn echter anders dan die
van de reguliere plantenlaag. De korrels zijn groter en de plantenfossielen
zijn schaars. Opvallend is de aanwezigheid van buitengewoon goed geconserveerde
exemplaren van de paardenstaart Annularia radiata . Verder werden
bijna geen plantenresten aangetroffen.
Geconcludeerd kan worden dat de schorpioen in een laag boven de reguliere
plantenlaag van Zweibänke zat.
De Piesberg is bekend om zijn rijke en veelzijdige, Bovencarbonische,
flora. Maar de laatste jaren worden ook steeds meer dierlijke fossielen gevonden.
Deze zijn bijzonder zeldzaam, maar door intensief zoeken zijn toch al
vertegenwoordigers van de volgende groepen gevonden: degenkrabben
(Euproops), spinachtigen (Aphantomartus), Arthropleurida (een
soort reuzenmiljoenpoten: Arthropleura), visschubben (Palaeoniscida),
ei-capsules van haaien (Palaeoxyris) en een tand van een gewerveld
dier. Zoetwaterschelpen komen ook voor maar ze zijn zeldzaam.
Beschrijving van het fossiel
Het lichaam van een schorpioen wordt verdeeld
in twee delen: het kopborststuk of prosoma en het achterlijf of opisthosoma.
Het achterlijf kan weer worden verdeeld in het middenstuk of mesosoma en
het zeer beweeglijke achterstuk of metasoma (de staart) met de gifstekel.
Aan het prosoma zitten de aanhangsels vast: de cheliceren (voor het verkleinen
van de prooi), de pedipalpen of klauwen (met de scharen voor het grijpen
van de prooi) en vier paar looppoten.
Van het fossiel is het voorstuk en een deel van het middenstuk positief
bewaard gebleven, terwijl de staart en het achterste deel van het middenstuk
negatief bewaard zijn gebleven. Een poot met klauw is op een apart stukje
aanwezig. De totale lengte van het dier zal bij leven ongeveer 11 cm geweest
zijn.
Klik op de tekening voor een vergroting van de reconstructie
en voor een gedetailleerde beschrijving van het fossiel.
Systematiek
De hierboven beschreven kenmerken passen precies bij de familie
Eoscorpiidae.
De schorpioen van de Piesberg lijkt het meest op Eoscorpius
carbonarius MEEK & WORTHEN, 1868 van het Westfalien D van Mazon Creek
(Illinois, VS). Die van de Piesberg is echter slanker. Daarom is wordt het
fossiel voorlopig aangeduid als Eoscorpius cf. carbonarius.
Cf. is de afkorting van Lat. confer en betekent: vergelijk. Of de verschillen
met E. carbonarius van Mazon Creek groot genoeg zijn om een nieuwe
soortnaam te rechtvaardigen, zal later moeten blijken als de hele groep van
Carbonische schorpioenen opnieuw bewerkt is..
Een punt hierbij is nog dat de conservering verschilt: de schorpioen
van Mazon Creek zit in een concretie van sideriet (een ijzerverbinding),
terwijl die van de Piesberg in schalie bewaard is gebleven. De wijze van
fossiliseren kan gevolgen hebben voor de vorm van het fossiel.
Een ander punt is dat mannetjes en vrouwtjes van schorpioenen van elkaar
verschillen (geslachtsdimorfie). De mannetjes zijn wat slanker en hebben
een langere staart dan de vrouwtjes. Het zou dus kunnen zijn dat dit exemplaar
een man is en dat van Mazon Creek een vrouw.
De schorpioen is te zien in de permanente Piesbergtentoonstelling in
het museum 'Am Schölerberg' te Osnabrück.
Literatuur
Dunlop, J. A., Brauckmann, C. & Steur, H. (2008): A Late
Carboniferous fossil scorpion from the Piesberg, near Osnabrück,
Germany.
Fossil Record 11 (1) 2008, 25-32.
Steur. H.,. Delcour A. & Brauckmann C. (2008): Een schorpioen uit het
Carboon van de Piesberg.
Grondboor & Hamer, 2008 - 5, 114 - 117.
|