Alnus latior Sap.
Els
Vrij langgesteeld blad. Breed ovaal, grootste breedte vaak iets boven
het midden. Vrij stomp. Rand spaarzaam zwak getand. Tanden niet scherp, wel
vrij regelmatig.
Hoofdnerf sterk, zijnerven onder vrij grote hoek uittredend, naar boven toe
kleiner wordend. Aan de rand iets omhooggebogen en enigszins verbonden door
bogen. Ongeveer 12 paar zijnerven.
De naam A. latior ben ik in andere werken niet meer tegengekomen,
zodat Alnus sp. misschien een betere benaming is.