Daphnogene ungeri Heer
Laurierachtige
De Saporta rekende alle 'drienervige' soorten die niet duidelijk tot
Cinnamomum behoren, tot het genus Daphnogene.
Het blad van D. ungeri is gaafrandig en langgerekt tot lancetvormig.
Duidelijk kenmerk zijn knobbeltjes of wratjes op het punt waar de zijnerf
uit de hoofdnerf komt. Meestal splitsen de beide zijnerven op hetzelfde punt
van de hoofdnerf af (niet in dit geval). Ze lopen door tot ongeveer de helft
van het blad.
De bladschijf is aan de basis afgerond en vaak wat asymmetrisch. De grootste
breedte van de bladschijf ligt meestal onder het midden en de punt is bij
typische bladeren zeer lang uitgetrokken. Het steeltje is matig lang.
Algemeen voorkomend.