De vindplaats
Richter (1979) beschreef de groeve in zijn boek 'Südfrankreich
und seine Fossilien' en zo hebben we de plek gevonden. Neem vanuit Lodève
(in oostelijke richting) de D153E richting Soumont en houd daarbij 'La Vierge'
aan, het grote beeld op de berg. Bij een splitsing links aanhouden. Na ongeveer
3,5 km vanaf de N9, als je op het hoogste punt bent, zie je aan de rechterkant
de groeve. Er liggen grote bergen beige gekleurde plaatjes, die
je naar hartelust kunt splijten. Verwacht echter geen snelle successen. De
fossielen zijn tamelijk zeldzaam, maar met wat volharding zijn toch leuke
vondsten te doen.
Naar schatting maken coniferentakjes zo'n 95% van het aantal fossielen uit.
Varenachtige fossielen zijn zeldzaam en meestal klein. Ook calamiten en cordaiten
zijn zeldzaam. Verder kom je vrij veel kegels, zaden en schubben van bloeiwijzen
tegen. En een heel enkele keer vind je een voetafdruk van een
klein reptiel of amfibie.
Lodève is beroemd door de prachtige stukken die vooral in de
negentiende eeuw zijn verzameld. Verschillende paleobotanici hebben zich
deze flora bestudeerd zoals Brongniart (1828–1836) , Zeiller (1898),
Doubinger (1956) en Florin (1939–1945)