Twee flora's
Er worden wel twee groepen fossiele flora's onderscheiden:
I. flora's die moerasvegetaties representeren.
II. flora's die vegetaties buiten het eigenlijke sedimentatiebekken
representeren.
Bij de tweede groep kan gedacht worden aan plantenresten die
via een rivier in een meer of een delta werden afgezet.
De bekende flora's van het Boven-Carboon behoren bijna allemaal
tot de eerste groep, die van het Perm voornamelijk tot de tweede. De
fossilisatiemogelijkheden waren in de eerste groep veel beter dan in de tweede,
zoals de prachtige en rijkelijk aanwezige steenkolenfossielen wel aantonen.
Bij de tweede groep legden de plantenresten vaak een lange weg af in het
water voordat ze ingebed werden in het sediment. Daardoor zijn ze vaak sterk
fragmentarisch.
Het sediment waarin de flora van Lodève voorkomt, is een
meerafzetting. Van de via het water getransporteerde plantendelen, zijn vooral
de wat stevigere resten, zoals de coniferen, goed vertegenwoordigd. Varens
zijn zeer zeldzaam: deze waren kennelijk niet zo goed tegen het transport
bestand. Kleine coniferentakjes kunnen ook tijdens stormen het meer ingewaaid
zijn.
De Carboonflora's groeiden in het algemeen in een
zeer vochtig milieu. De door coniferen gedomineerde Permflora's vertegenwoordigen
een heel ander milieu. In het algemeen kan gezegd worden dat het aantal
vochtminnende vegetaties in de loop der tijd sterk afnam en dat aan drogere
omstandigheden aangepaste vegetaties in de loop van het Perm steeds meer
op de voorgrond traden.
|