Hans
Steur
Laan van Avegoor 15
6955 BD Ellecom
Tel. 0313 - 427033
IK BEN
GESTOPT MET HET GEVEN VAN LEZINGEN MET UITZONDERING VAN LEZINGEN
IN DE NAASTE OMGEVING EN LEZINGEN OVERDAG.
ZOOM-LEZINGEN ZIJN WÈL MOGELIJK.
Beamerlezingen voor verenigingen
over paleontologische/biologische onderwerpen en één historisch
onderwerp
Overzicht
- Vierhonderd
miljoen
jaar planten
- De
wondere wereld van
de Rhynie Chert
- Leven
en werken van
Charles Darwin
- Evolutie
- Fossielen,
een
diepgravende hobby
- De
wereld tijdens de
Jura
- De
wereld na de
inslag van de meteoriet (Vroeg-Tertiair)
- De wereld tijdens het Devoon
- Versteend
hout
- Fossiel
(on)gedierte
- Steenkolenplanten
of De plantenwereld van het Laat-Carboon
- De
oorsprong
van de mens
- Het
dagboek van Samuel
Pepys (1633-1703) (historische lezing)
- Nieuw! Fossielenjacht
in Groot-Brittannië
Bij alle lezingen, behalve die
over de Rhynie Chert,
wordt een keuze uit de eigen collectie meegebracht. Bij de lezingen
over Darwin, Evolutie en Pepys betreft dat boeken.
1 Vierhonderd
miljoen jaar planten
Een overzicht
van de evolutie van de
planten van Siluur tot heden, ondersteund door foto's van fossielen uit
eigen verzameling. De rijke Westfalien D-flora van de Piesberg neemt
een voorname plaats in. Ook andere vindplaatsen komen aan bod.
Tekst voor convocatie
In deze dialezing wordt
een overzicht
gegeven van de ontwikkeling van de flora vanaf het Siluur tot heden.
Aan de orde komen de oudste landplanten (Cooksonia),
de
primitieve Devonische planten, de rijke Carboonflora (waarbij veel
Piesbergfossielen te zien zullen zijn), de naaktzadigen (coniferen,
cycassen en ginkgo's) van Perm, Trias en Jura en de moderne
bloemplanten, die vanaf het Krijt de toon aangeven. Bij de lezing zal
een verzameling plantenfossielen aanwezig zijn.
2
De
wondere wereld van de Rhynie
Chert
In een verkiezeld moerasje van 400
miljoen jaar oud
bij het Schotse plaatsje Rhynie zijn de oudste landplanten tot in
detail bewaard gebleven. Via slijpplaatjes en microfoto's kan een
nauwkeurig beeld verkregen worden van de oorsprong van onze
plantenwereld. Bij de lezing worden vele microfoto's op dia's getoond.
Tekst voor convocatie
In een
verkiezeld moerasje van 400
miljoen jaar oud bij het Schotse plaatsje Rhynie zijn de oudste
landplanten tot in detail bewaard gebleven. Na de ontdekking in 1910
zijn ze uitgebreid bestudeerd en vele raadsels over de bouw van de
eerste landplanten zijn daarbij opgehelderd. Maar niet alle! Van Dr.
Lyon in Rhynie kreeg ik in 1983 vier kleine stukjes Rhynie Chert. Hans
de Kruijk maakte daarvan slijpplaatjes en toen openbaarde zich onder de
microscoop een wonderlijk mooie wereld. Stengeldoorsneden waarvan elk
celletje is te zien, vaatbundels, sporenkapsels compleet met sporen,
enz. Ook veel schimmels zijn gefossiliseerd. Wat de Burgess Shale is
voor de dierenwereld, is de Rhynie Chert voor de planten. In de
dialezing krijgt u te zien en te horen wat er allemaal in de Rhynie
Chert voorkomt, alsmede reconstructies van de planten. Ook de diertjes,
zoals spinachtigen, kreeftjes en het oudste insect, komen aan de orde.
3
Leven
en werken van Charles Darwin
Charles Darwin
(1809-1882) is de vader van de evolutietheorie. Hij beschreef als
eerste het principe van de natuurlijke selectie, wat ook nu nog gezien
wordt als de belangrijkste kracht. De lezing gaat over leven en werken
van deze belangrijke figuur.
Tekst voor convocatie
Met zijn in 1859 gepubliceerde boek 'On the origin of species' (Over
het ontstaan der soorten) heeft Charles Darwin het denken over het
leven op aarde op ongekende wijze beïnvloed. Er brandde een heftige
discussie los, die tot in deze eeuw voortduurde. De lezing gaat over de
persoon die dit allemaal veroorzaakte, over zijn familie, zijn vrienden
en zijn vijanden, over zijn Beagle-reis, over zijn wijze van werken en
over de vele boeken die hij schreef. In de diapresentatie worden ook de
plekken in Groot Brittannië getoond waar Darwin heeft geleefd en
gewerkt.
4
Evolutie,
hoe gaat dat?
Waar
komen de soorten vandaan? Darwin beschreef de natuurlijke selectie als
de motor achter de verandering van de soorten. Maar op allerlei punten
zijn de inzichten veranderd en verhelderd. B.v. het tempo waarin de
evolutie zich afspeelt, de rol van het toeval, het belang van
uitstervingen. In deze lezing worden de belangrijkste verschijnselen
uitgelegd vanuit de biologie, de paleontologie en de erfelijkheidsleer.
Tekst voor convocatie
Waar komen de soorten vandaan? Hoe is de diversiteit van het leven op
aarde ontstaan? Dit zijn vragen die de mens al sinds zijn verschijning
hebben bezig gehouden. Darwin was de eerste die de overgang van de ene
soort in de andere als een natuurlijk proces doorzag. Hij beschreef de
natuurlijke selectie als de motor achter de verandering van de soorten.
En nog steeds wordt natuurlijke selectie als de belangrijkste vormende
kracht gezien. Maar op allerlei punten zijn de inzichten veranderd en
verhelderd. B.v. het tempo waarin de evolutie zich afspeelt, de rol van
het toeval, het belang van uitstervingen. De erfelijkheidsleer heeft
een belangrijke bijdrage geleverd aan het begrijpen van het proces. In
deze lezing worden de belangrijkste verschijnselen uitgelegd vanuit de
biologie, de paleontologie en de erfelijkheidsleer.
5.
Fossielen, een
diepgravende hobby
Dit
is een lezing voor een breed publiek van natuurliefhebbers over alle
aspecten van het verzamelen van fossielen: wat zijn fossielen,
vindplaatsen ontdekken, zoeken, determineren, literatuur, prepareren,
achtergronden zoals geologie en evolutie. De lezing is vooral geschikt
voor biologische verenigingen als KNNV, IVN en NIVON.
Tekst voor convocatie
Fossielen zijn versteende resten van planten en
dieren. Je
kunt ze overal vinden waar aardlagen openliggen: in groeves, aan
klifkusten, bij wegaanleg, enz. Ook in Nederland, al zijn de
mogelijkheden in de omringende landen veel groter.
Het verzamelen van fossielen is een zeer veelzijdige bezigheid.
Allereerst moet je je verdiepen in de literatuur om een omgeving te
vinden waar veel fossielen in de grond zitten. Vervolgens verricht je
het nodige speurwerk ter plekke om de rijkste vindplaatsen te
ontdekken. Daarna komt het zoeken zelf: hakken, splijten en de vreugde
van het vinden van iets moois, dat vele miljoenen jaren oud is.
De vondsten worden ingepakt en thuis weer uitgepakt. Ze worden
uitgeprepareerd zodat de schelpen, trilobieten, ammonieten, vissen en
koralen beter te zien zijn.
De volgende stap is het op naam brengen van de vondsten. Dat wil
zeggen: studeren in de boeken, praten met deskundigen, vergelijken met
fossielen in een museum.
Tenslotte moeten de vondsten geadministreerd worden en aan de
verzameling toegevoegd. De mooiste exemplaren komen in de vitrine.
Al verzamelend krijg je een beeld van de ontwikkeling van het leven op
aarde. Je ziet hoe primitief de alleroudste plantjes waren, zo'n 400
miljoen jaar geleden. En je ziet ook hoe ze steeds complexer worden:
blaadjes verschijnen, zaadplanten ontwikkelen zich, boomvormen
ontstaan. Je gaat begrijpen waarom de huidige flora is zoals hij is. En
met het dierenrijk is dat net zo.
Fossielen verzamelen is een hobby met een verhaal, een diepgravende
hobby.
6.
De wereld tijdens de Jura
De
Jura heeft in Europa veel fossielen opgeleverd. Dat komt vooral doordat
de zeespiegel hoog was en er veel ondiepe zeeën waren waarin een rijke
fauna aanwezig was. Veel ammonieten, nautilussen, schelpen en koralen
dus. Op het land heersten de dinosauriërs en in zee de ichthyosauriërs
en de zeekrokodillen.
In de lezing wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling van het leven
in samenhang met de ligging van de continenten (Pangea was aan het
opsplitsen) en het (warme) klimaat. De verschillende diergroepen en hun
fossielen komen aan de orde, inclusief beroemde vindplaatsen als
Solnhofen, Holzmaden en Lyme Regis. Een belangrijke plaats wordt
ingenomen door de reptielen. De verhalen over Mary Anning en de
roemruchte wedloop tussen de dinozoekers Marsh en Cope maken deel uit
van de lezing.
Een verzameling fossielen zal aanwezig zijn.
7.
De wereld na de inslag van
de meteoriet
In
deze lezing wordt het Paleogeen besproken. Dat is de periode na de
grote klap aan het einde van het Krijt, de inslag van de meteoriet, die
er onder meer voor zorgde dat de dinosauriërs uitstierven. Het
Paleogeen omvat het Paleoceen, het Eoceen en het Oligoceen, d.w.z. de
eerste drie onderdelen van het Tertiair. In deze periode namen grote
loopvogels de dominante rol van de roofdinosauriërs over. Daarna
waren het de zoogdieren die de dienst uitmaakten.
Wat de flora betreft hadden de bloemplanten (de bedektzadigen) het
duidelijk gewonnen van de naaktzadigen. Ook in zee veranderde het beeld
grondig door het uitsterven van vele zeereptielen en van de ammonieten
de de belemnieten.
Diverse vindplaatsen komen aan de orde zoals de beroemde groeve Messel
in Duitsland (zie afbeelding van een vleermuis), het Bekken van Parijs
en de Provence. Een tentoonstelling van fossielen zal aanwezig zijn.
8.
De wereld tijdens het Devoon
Het
Devoon (419 - 359 miljoen jaar geleden) wordt wel het
Tijdperk van de Vissen genoemd. Maar het is
ook het de periode van de verovering van het land door planten en
dieren. De eerste bomen en de eerste zaadplanten verschijnen. Terwijl
in het begin alleen geleedpodigen als spinachtigen en
miljoenpoten het land bevolken, kruipen in het Midden-Devoon ook de
eerste kwastvinnigen/viervoeters het land op.
In deze lezing wordt een beeld gegeven van het leven in zee en
op het
land. Dat gebeurt zo veel mogelijk aan de hand van eigen fossielen,
b.v.
afkomstig uit vindplaatsen als Bundenbach, Boussu-en-Fagne, Gerolstein,
Achanarras, Rhynie en Forfar. Ook de ligging en beweging van de
continenten,
het CO2- en het O2-gehalte van de atmosfeer en de temperatuur komen aan
de
orde.
Een kleine tentoonstelling van fossielen is aanwezig. |
9.
Versteend hout
Van
verkiezelde stammen is de inwendige
structuur soms heel goed bewaard gebleven. Daardoor is van veel
boomvormige organismen uit het verleden bekend hoe ze in elkaar zaten.
In deze lezing wordt die inwendige structuur met behulp van microfoto's
uitgelegd.
Aan de orde komen: Prototaxites, paardenstaartbomen
(Calamites),
wolfsklauwbomen (Lepidodendron), Cordaites-
en
coniferenhout, Psaronius, Tempskya,
palmhout en
loofhout. Niet al deze stammen hebben echt (secundair) hout. Prototaxites
was (waarschijnlijk) een zwam, Psaronius en
Tempskya
waren boomvarens en deze hebben een andere manier om stammen te vormen.
Ook palmhout is geen echt hout.
De microscopische structuren leveren prachtige plaatjes op.
Een kleine verzameling versteend hout is aanwezig. Breng gerust uw
mooie stukken mee. Misschien kunt u na afloop zeggen tot welke groep ze
behoren.
10.
Fossiel (on)gedierte
Tussen de
planten op het land en in het zoete water krioelde het vroeger (net als
nu) van de beestjes. Toch zijn fossielen van dit (on)gedierte
buitengewoon zeldzaam. Ernaar zoeken heeft meestal weinig zin: je moet
ze toevallig tegenkomen. Deze lezing gaat over miljoenpoten, kreeftjes,
spinnen, degenkrabjes, schorpioenen, insecten en andere diertjes die in
een ver verleden gefossiliseerd en in de laatste 100 jaar gevonden
zijn. Ik heb zoveel mogelijk eigen vondsten alsmede fossielen van
bevriende verzamelaars in deze lezing verwerkt. De tijd die bestreken
wordt is gelijk aan de tijd dat er landplanten zijn, namelijk vanaf het
Siluur tot heden.
11.
Steenkolenplanten
of De plantenwereld van het Laat-Carboon
Er
is geen rijkere bron van plantenfossielen dan de steenkolenlagen van
het Laat-Carboon. Grote delen van de wereld waren in die tijd met
moeras bedekt, waarin de planten en bomen, mede dankzij het warme
klimaat, welig tierden. Deze lezing geeft een overzicht van wat er zoal
gevonden kan worden, geordend volgens de hoofdgroepen: wolfsklauwen,
paardenstaarten, varens, zaadvarens en cordaiten. Als voorbeelden
worden voornamelijk zelfgevonden fossielen getoond, waarbij ook de
vindplaatsen de revue passeren. Bij de vijf genoemde groepen wordt ook
het een en ander verteld over de planten waarvan deze groepen
afstammen. Een kleine tentoonstelling van fossiele planten is bij de
lezing aanwezig.
Zo'n
7 miljoen jaar geleden gingen
mensapen rechtop lopen. Dat was het begin van een ontwikkeling, die tot
het ontstaan van onze soort, Homo
sapiens,
leidde.
In deze lezing worden de vondsten van fossielen van mensachtigen
getoond, die hebben bijgedragen aan de stamboom van de mensachtigen.
Lucy, onze beroemdste voorouder, opent de lezing en zij wordt gevolgd
door de andere soorten rechtoplopende mensapen van het geslacht Australopithecus.
Dan verschijnt een groep wezens die werktuigen gebruiken: het geslacht Homo.
Welke lichamelijke kenmerken hebben deze mensachtigen? Welke
evolutionaire ontwikkelingen doen zich voor? Welke soort beheerste het
vuur als eerste en welke betekenis had dit voor deze soort? Wat was de
plaats van de Neanderthalers en van wie zijn die prachtige
rotsschilderingen afkomstig? Is de Floresmens echt een afstammeling van
de Homo erectus?
Bekende onderzoekers als de familie Leaky, Johanson en Tobias passeren
de revue, alsmede beroemde vindplaatsen in de Rift Valley en
Zuid-Afrika.
Nieuwe vondsten dreigen de met moeite geconstrueerde stamboom weer
omver te werpen. Een beeld van wetenschap in beweging.
Een tentoonstelling van stenen werktuigen is bij de lezing aanwezig.
13.
Het dagboek van Samuel Pepys
Samuel
Pepys (1633 -
1703) woonde het grootste deel van leven in Londen. Hij heeft van 1660
tot en met 1669 een dagboek bijgehouden van alles wat hij beleefde. Hij
schreef dat in een soort steno/geheimschrift waardoor het pas in 1811
voor het eerst kon worden ontcijferd. In de dagboekjaren is hij, mede
door zijn familieband met admiraal Lord Sandwich en zijn enorme
werklust, opgeklommen van een eenvoudige klerk tot secretaris van de
vlootraad. In deze functie had hij intensief contact met zeer veel
hooggeplaatste figuren, zoals koning Charles II, de Duke of York,
vlootvoogden, handelaars, scheepsbouwers, artisten, enz. Dankzij dit
dagboek is de periode 1660 - 1670 het best bekend uit de Engelse
geschiedenis van die tijd. Voor ons Nederlanders zijn er ook punten van
herkenning zoals het ophalen van Charles II uit Scheveningen en de
Tweede Engelse Oorlog met de Vierdaagse Zeeslag en de Tocht naar
Chatham. In het dagboek staan ook ooggetuigeverslagen van de grote
pestepidemie en de brand van Londen. Pepys noteert verder de invoering
van allerlei nieuwigheden zoals koffiehuizen, vrouwen op het toneel,
tennis, e.d. Doordat het boek in geheimschrift is, durft hij ook
vertrouwelijke dingen op te schrijven, waaronder de liefde voor en de
ruzies met zijn vrouw, de scheve schaatsen die hij rijdt en de
liederlijke toestanden aan het hof. Dit alles maakt het dagboek prettig
leesbaar. Er zijn tal van verkorte uitgaven van het dagboek verschenen,
waaronder ook enkele in het Nederlands. De meest volledige uitgave is
in het Engels en bestaat uit 11 delen: voor elk jaar één deel, een
encyclopedisch deel en een registerdeel.
Mijn vrouw en ik hebben voor deze lezing een Pepysreis gemaakt waarbij
we alle plekken waar hij geleefd en gewerkt heeft, hebben opgezocht.
Veel foto's daarvan zijn in deze beamerpresentatie te zien. Bij de
lezing wordt een verzameling boeken meegebracht om in te zien.
14.
Fossielenjacht in Groot-Brittannië
Verslag van
een halve eeuw fossielen zoeken in Schotland, Wales en Engeland.
Mijn vrouw Ans en ik
hebben
gedurende de laatste 50 jaar vele malen Schotland, Wales en Engeland
bezocht om
fossielen te verzamelen. Daarvan wil ik graag verslag uitbrengen.
In de beamerlezing reizen
we van zuid naar noord de belangrijkste vindplaatsen
langs en worden de mooiste vondsten getoond
en besproken. Zo komen onder meer aan de orde:
ammonieten, trilobieten, kleine diertjes zoals
miljoenpoten en
degenkrabjes, vissen, Precambrische fossielen, en natuurlijk planten,
mijn
specialiteit. Zo laat ik u bijvoorbeeld het alleroudste, 3 cm hoge,
landplantje
Cooksonia (420 miljoen jaar)
zien.
En hoewel veel
vindplaatsen niet meer toegankelijk zijn, is er toch altijd nog veel te
vinden
in Groot-Brittannië, een fossielvriendelijk land.
Top
|