Korte Biografie van Kees Boekholt
Kees (Cornelis) Boekholt werd op 6 februari
1896 in Nieuwerkerk aan de IJsel geboren. Hij was een nakomer; de vijfde
op rij. Zijn vader was ovenbouwer en zijn moeder coupeuse. Door het beroep
van vader moest het gezin veel verhuizen.
Hij groeide op in een streng gereformeerd milieu. Er mocht alleen op het
orgel gespeeld worden. Er werd veel uit de bijbel gelezen en er werden psalmen
gezongen, maar kunst was absoluut taboe. Kees kon zich niet ontplooien vanwege
zijn streng christelijke vader.
Aan zijn moeder had hij in geestelijk opzicht veel meer. Zij was veel
vrijzinniger. Op zijn 13de besloot hij om niet meer naar de kerk te gaan.
Van zijn broer Koos kreeg hij filosofische boeken te lezen, die hij opborg
onder de dakpannen.
De jonge Boekholt blonk al op de lagere school uit in tekenen. Op de
normaalschool (de onderwijzersopleiding) heeft hij zijn talent verder ontwikkeld.
Hij kreeg daar ook een grote belangstelling voor natuur, literatuur en muziek.
Op een lagere school is hij een poosje volontair geweest.
Toen zijn vader staar kreeg, moest Kees met dit werk stoppen om thuis
ondersteuning te geven en om de kost gaan verdienen. Hij vond werk als
assistent-chef bij de HAV-bank in Schiedam.
Enkele jaren later werd hij opgeroepen voor de dienstplicht. Hij heeft in
Brabant gelegen waar hij veel contact had met monniken. Hij heeft daar veel
op het kerkorgel gespeeld en gesprekken met monniken gevoerd.
Op zijn 28e jaar viel hij door een zolderluik naar beneden en liep daarbij
een ernstige rugbeschadiging op.
Boekholt maakte in deze periode opnieuw kennis met Co (Jacoba) Timmers, een
jeugdliefde van hem, die echter met een andere man getrouwd was. Deze man
werd opgenomen in een psychiatrische inrichting en liet Co achter met zes
kinderen. Kees is toen met Co verder gegaan.
Het paar woonde eerst aan de Schiedamseweg, daana aan de Overschiese
Dorpsstraat en vervolgens op Burgemeester Wijnaendtslaan 28c te Overschie
(in WO II veranderd in Burgemeester Baumannlaan 50c). Hij heeft zelf ook
nog twee kinderen bij Co gekregen en was een toegewijde vader en stiefvader.
Veelvuldig was hij te vinden bij zijn artistieke vriendenkring in Schiedam.
Hij heeft zich daar verder ontwikkeld.
In de oorlog heeft hij geweigerd om zich aan te sluiten bij de cultuurkamer
(door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog ingesteld). Kunstenaars waren
verplicht om lid te worden. Hierdoor kreeg het gezin het, mede door de
invaliditeit, financieel moeilijk. Toch verkocht of ruilde hij zo nu en dan
in het geheim enkele van zijn werkstukken.
Kees Boekholt was autodidact. Zijn stijl is te typeren als realistisch
met impressionistische elementen. Voor zijn werken deed hij inspiratie op
door afbeeldingen, foto´s of natuur te bestuderen. Vaak gaf hij ook
zijn eigen fantasie weer. Veelvuldig gebruikte hi thema's als: het dorp
Overschie, bloemen, landschappen, dorps- en stadsgezichten en bijbelse
taferelen.
Bij het bekijken van zijn werk kan men veel verschillende technieken ontdekken:
werken met olie- en aquarelverf, brandwerk, pastelschilderen, etsen,
linoleumsnijden. Hij heeft vooral veel pentekeningen gemaakt, met zelfgemaakte
inkt. In de oorlog heeft hij door gebrek aan materiaal zelfs op vliegtuigglas
geëtst.
Hij schreef vele gedichten; vooral in de oorlog, toen hij geen papier had
om te tekenen. Vanwege zijn pentekeningen werd hij in zijn tijd ook wel de
"Overschiese Rembrandt" genoemd. Voor de dorpsgenoten was hij te herkennen
aan zijn flambard.
Op 27 mei 1966 overleed de kunstschilder in de leeftijd van 70 jaar.
|