Darwin 51

Vorige

Stop

Volgende

Reuzenhert

Mandril

Het tweede deel van het boek gaat over sexuele selectie. Hierbij beconcurreren de mannetjes elkaar om de gunst van de vrouwtjes. In veel gevallen hebben vrouwtjes een voorkeur voor mannetjes met een bepaald kenmerk, b.v. een groot gewei, als het over herten gaat. De mannetjes met het grootste gewei hebben dan de meeste kans zich voort te planten en krijgen jongen met een  groter gewei dan gemiddeld (mits het een erfelijke eigenschap is). Zo kon het reuzenhert ontstaan met een gewei met een spanwijdte van wel 3 meter. Je zou zeggen dat een dier met zo'n groot gewei in het nadeel is door het gewicht ervan en doordat hij niet door bossen kan lopen. Het voordeel was toch blijkbaar groter dan het nadeel. Hier zie je dat sexuele selectie en natuurlijke selectie elkaar wel eens kunnen tegenwerken.

Meer weten?
Het reuzenhert

Een ander voorbeeld van sexuele selectie is het kleurige gezicht van de mandril. Bij de kleurloze voorouder van de mandril moet eens een exemplaar geweest zijn met een erfelijke afwijking in de vorm van een kleurig streepje in zijn gezicht. De vrouwtjes vonden dat interessant en hij kon zich goed voortplanten. Na enige tijd hadden alle mannetjes dat streepje. De vrouwtjes kozen dan steeds de mooiste uit en zo kon de huidige mandrilman zo'n mooi gezicht krijgen.

Meer weten?
De mandril

Darwin 51

Vorige

Stop

Volgende