Darwin 9 |
|
|
Hij kreeg een kamer in het College: het raam boven het poortje en het
raam links daarvan hoorden bij zijn kamer. Hij was niet echt gelovig, maar
hij dacht dat dat geen probleem hoefde te zijn als hij zich maar aan de regels
hield. Verder bleek het weer hetzelfde liedje te zijn als in Edinburgh: de studie theologie interesseerde hem niet en hij gaf zich over aan de natuurstudie en deed ook volop mee aan het gezellige studentenleven. Hij oefende het paardrijden en het jagen, want die waren zijn lust en zijn leven. Hij verzamelde fanatiek kevers, waarover de volgende anecdote bekend is: Hij was op keverjacht en had twee mooie kevers gevangen, in elke hand had hij er één. Toen hij weer een belangrijke kever zag, wist hij niets anders te bedenken dan een van de kevers in zijn mond te stoppen. Deze kever raakte echter in paniek en scheidde een heel vieze vloeistof af, waarop Darwin hem moest uitspugen en hij alle drie de kevers kwijtraakte. |
De belangrijkste man in zijn Cambridgeperiode was zonder twijfel Professor
Henslow, een botanicus. Er ontstond een vriendschap tussen de twee en zij
wandelden zo vaak door de natuur dat Darwin de bijnaam 'de man die wandelt
met Henslow' kreeg. Zo kreeg Darwin zijn plantkundige opleiding. Vergelijk
de opleiding lagere dieren die hij van Grant kreeg. Henslow liet hem de reisverhalen van de Duitse ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt lezen, die grote invloed op Darwin gehad hebben. Darwins reislust werd er enorm door aangewakkerd.
Meer
weten? |
Darwin 9 |