Terug

Pleurojulus steuri

Pleurojulus steuri
Manebach (Dld)
Onder-Rotliegendes (Perm)

meer foto's

Deze 3,8 cm lange miljoenpoot vond ik op de afvalbergen van de steenkolenwinning in Manebach in Thüringen. Het was de eerste miljoenpoot die daar gevonden is en hij ligt nu in het museum Bad Bertholdsburg in Schleusingen.Hij is in 1998 beschreven door Prof. J.W. Schneider en Dr. R.Werneburg in het artikel: Arthropleura und Diplopoda (Arthropoda) aus dem Unter-Rotliegend des Thüringer Waldes (Veröffentl. Naturhist. Mus. Schleusingen, band 13: 19-36). De tekening en de reconstructie in deze afdeling zijn uit dit artikel.

Miljoenpoten leven van plantenresten en zijn geen rovers zoals de duizendpoten. Ze zijn vaak voorzien van afweerklieren waarmee ze een bijtende vloeistof kunnen afscheiden. Bij dit fossiel zijn ze ook nog te zien. Aan de pantserringen waaruit het skelet bestaat, zitten min of meer driehoekige uitsteeksels, die pleurieten genoemd worden. Hier komt de naam Pleurojulus vandaan. Ook deze pleurieten zijn aan het fossiel te zien.
Verder zijn resten van de poten te zien waaruit blijkt dat het dier relatief lange poten had. Een verschil tussen duizendpoten en miljoenpoten is dat de eerste per lichaamssegment één paar poten hebben, terwijl de miljoenpoten telkens twee paar hebben. Daarom wordt de klasse van de miljoenpoten Diplopoda genoemd.
Pleurojulus steuri wordt gekenmerkt door de duidelijk van de rest van het pantser afgescheiden pleurieten en door ribbels op de pantserringen. Zie daarvoor de detailfoto's.
Waarschijnlijk was Pleurojulus steuri een miljoenpoot die tamelijk veel boven de grond kwam. De lange poten, waarmee hij hard kon lopen, en de sterke afweerklieren, waarmee hij zich goed kon verdedigen, wijzen daar op.

Afweerklieren en ribbels

Pleurieten

Afweerklieren en pleurieten

Poten

Tekening van het gehele fossiel

Reconstructie van het biotoop

Top