Morgen Rood deint het ongerepte papaverveld Voor morgendronken denneboomen, Die lachend revelen van donk're droomen Van den nacht, die gorend in den dagstroom smelt. Schel kleuren de rafels, die van roze wolken komen, Goudbrand - als lekkende vlammen van 't zonnegeweld Op het azuur, waaruit de klare lichtstroom welt ... Vroom vouwt de hei haar morgenwade open met de bonte lila zoomen. En bleek huiv'rend, morgennaakt, afschuwe teng're maagden, Staan voor het kristallijnen morgenbad de schreume fluisterende berken ... Koel meer, waarin hun smetteloze spiegelbeelden staan. Ai, door de roze morgenwolken schimt nog schuw de maan! Als sluipt een bleeke nachtmensch, bang, dat spotters hem bemerken Langs de morgenstraat, treurend om 't verloren nachtgenoegen dat hem wel behaagde
1916 Ermelo (dienstjaren) |