Sphenophyllum
Dit is een kruidachtige plant. De blaadjes staan, zoals bij alle
paardenstaarten, in kransen, maar kenmerkend is de driehoekige vorm van deze
blaadjes. Ze zijn aan het eind het breedst. Op dit grondpatroon zijn allerlei
variaties, afhankelijk van de soort, maar ook aan eenzelfde plant kunnen
blaadjes van verschillende vorm voorkomen. Zo zijn de blaadjes van de kransen
aan een hoofdstengel vaak sterk gesplitst. Verder zijn de driehoekige blaadjes
ook meestal in meer of mindere mate ingesneden of getand. In Graissessac
hebben we maar één soort aangetroffen, maar dan wel in grote
aantallen.
Sphenophyllum
oblongifolium
De bladkransen van deze soort bestaan in
verreweg de meeste gevallen uit zes blaadjes die ongelijk van grootte zijn
en die altijd op zeer karakteristieke wijze geplaatst zijn: ongeveer als
een vlinderdasje. Ze zijn altijd zo gaaf en ongevouwen bewaard gebleven dat
de kransen waarschijnlijk scheef aan de assen hebben gezeten (om veel licht
op te kunnen vangen). De bladkransen aan de dikkere assen daarentegen zijn
vaak omgevouwen bij het neerkomen op de grond. Waarschijnlijk stonden die
blaadjes wel loodrecht op de stengels. Deze blaadjes hebben ook een andere
vorm. Vaak zijn ze lang en smal, bijna naaldvormig. Sommige van die dunne
blaadjes hebben zelfs een haakje aan het eind. De plant vormde zeer lange
takken.
Men denkt dat deze plant niet een echte klimplant was maar dat hij over andere
planten of planten van zijn eigen soort heen hing (zoals b.v. kleefkruid
en bramen).
Van deze soort hebben wij ook sporenaartjes gevonden. Klik
op de foto voor meer informatie.
|