Calamites
De bekende gelede 'stammetjes' met lengtestrepen zijn in werkelijkheid
geen stammen maar opvullingen van de centrale holte van de stammen. Hout
en bast zijn geheel verdwenen maar de opvulling van de centrale holte is
versteend. De lengtestrepen zijn de afdrukken van bundels xyleem (houtvaten),
de dwarslijnen zijn de restanten van de diafragma's, zoals bij bamboe. Soms
wordt echter van een stam een afdruk van de echte buitenkant gevonden.
Een aantal soorten kan onderscheiden
worden.
Calamites cistii: de geledingen zijn
langer dan breed. Op de knopen zitten maar zelden littekens van zijtakken.
Een veel voorkomende soort.
Calamites suckowii: de geledingen
zijn breder dan lang. Ook bij deze soort zitten er bijna nooit littekens
van zijtakken op de knopen. Tamelijk algemeen.
Calamites goeppertii: de littekens
van de zijtakken vormen een volledige ring op sommige knopen. De knopen zitten
op ongeveer even grote afstand van elkaar.
Calamites undulatus: de lengteribbels
zijn gegolfd. Men denkt dat deze golving een secundair verschijnsel is, d.w.z.
dat ze bij het fossiliseren zijn ontstaan. De geledingen zijn niet even lang:
de kortste zitten bovenaan, de langste onderaan. De littekens van zijtakken
vormen geen complete ring, maar zitten vrij willekeurig verdeeld.
Klik op onderstaande foto's voor een grotere afbeelding
|