Terug

Het landschap

Het gebied rond Lodève ten tijde van het Autunien moet men zich voorstellen als een landschap met afgeërodeerde bergen, doorsneden met rivieren. De oevers waren dicht begroeid met bossen van Walchia-achtige bomen, afgewisseld met zaadvarens en Cordaites-bomen. Varens zullen er vast ook gegroeid hebben, maar die hebben een geringe fossilisatiekans doordat ze een dunne cuticula hebben.
Men heeft lang gedacht dat Walchia-achtige coniferen in zeer droge omstandigheden groeiden, maar de groeve Les Tuilières heeft aangetoond dat dat niet altijd het geval hoeft te zijn. Zaadvarens en Cordaites, die in matig vochtige tot matige droge omstandigheden groeien, komen hier voor samen met Walchia.

Er is in de groeve Les Tuilières veel moois gevonden in de loop van de laatste twee eeuwen en wat we er nu nog uithalen zinkt daarbij in het niet. Maar desondanks is het mogelijk via deze fragmentarische fossielen een beeld op te bouwen van de flora in het Boven-Autunien, zo'n 280 miljoen jaar geleden.