Terug

De geologie van het Bekken van Lodève


Naar: Saint-Martin et al 1989

Het gebied dat begrensd wordt door het Montagne Noire, de Causses en de vlakte van de Languedoc wordt wel het Bekken van Lodève genoemd. Het sluit aan op het Bekken van Graissessac waar kolenlagen uit het Stephanien ontsloten zijn en in dagbouw geëxploiteerd worden. Over de plaatsing van de geologische lagen in het bekken van Lodève lopen de meningen nogal uiteen. Maar het 'Autunien gris', waartoe het gesteente van de groeve Les Tuilières behoort, wordt algemeen in het Boven-Autunien geplaatst. De ouderdom komt daarmee op ongeveer 280 miljoen jaar.
Het landschap was in die tijd bergachtig en doorsneden met rivierdalen. De plantenresten die aangevoerd werden door de rivieren, werden afgezet in rustig water in meren.
Boven het 'Autunien gris' volgt de afzetting 'Autunien alternant rouge et gris'. De rode kleur, die duidt op een heet, droog klimaat, domineert in deze lagen.
Boven het 'Autunien gris alternant' zit het 'Autunien rouge' dat , zoals de naam zegt, geheel rood is. Deze afzetting bevat heel weinig fossielen.