Darwin 13

Vorige

Stop

Volgende

Beagle-reis 1
Uit: Charles Darwin, Sproule 1990

Het oerwoud

Hier een kaartje van het eerste en belangrijkste deel van de reis van de Beagle.
Op 27 december zeilde de Beagle uit naar Zuid-Amerika. Vrijwel de hele reis is Darwin zeeziek geweest, behalve bij windstil weer. Maar hij klaagde daar nooit over in zijn brieven en (24) aantekenboekjes. Wel greep hij iedere gelegenheid aan om landexpedities te maken. Terwijl de Beagle zijn opmetingen deed, reisde hij, meestal te paard, naar de volgende aanlegplaats van de Beagle. Op het land deed hij ook de meeste van zijn ontdekkingen. Hij werkte keihard gedurende de vijf jaar die de reis ging duren. Hij trok soms weken door de Argentijnse pampa's, slapend onder de sterren en levend van wat hij schoot. Hij was altijd al energiek en sportief geweest, hier werd hij gehard en onvermoeibaar.  Hij schoot heel veel dieren om ze op te zetten of te villen. Telkens werden grote zendingen opgezette dieren, planten, zaden, gesteenten en fossielen naar Europa gestuurd als de Beagle weer in een haven was.
Van 1832 tot 1834 werd de oostkust verkend, inclusief Vuurland en de Falklandeilanden. Vooral de zuidpunt, Kaap Hoorn, moet een kwelling voor de zeezieke Darwin geweest zijn.
Op 28 februari 1832 zette Darwin voor het eerst voet aan land in Bahia (nu Salvador), een tamelijk smerig plaatsje temidden van de oerwouden. Toen Darwin het oerwoud binnenging, werden zijn door Von Humboldt opgewekte verwachtingen nog ver overtroffen. Hij was buiten zichzelf van bewondering voor de overvloed aan planten, bloemen, insecten en geluiden.  Hij schreef een heel enthousiaste brief aan zijn vader, waarop hij overigens geen antwoord kreeg. Dat kreeg hij ook niet op zijn tweede brief, waarop hij zich verder op zijn zusssen Caroline en Susan concentreerde, die wel antwoordden.
Bovenstaande foto is genomen in de Bush in Arnhem.

Darwin ging bij zijn verkenningen niet uit van een bepaalde theorie. Hij verzamelde heel bewust zoveel mogelijk materiaal en feiten en hoopte dat dan vanzelf conclusies naar voren zouden komen. Tijdens de reis geloofde hij nog aan de onveranderlijkheid van de soorten.

Darwin 13

Vorige

Stop

Volgende